Ik wilde nooit slachtoffer zijn en dat is dus een slechte zaak. Misschien geldt dat ook voor jou

Mijn dochter doet het niet per se goed op school. We verwachten van haar dat ze alles op alles zet om over te gaan, en proberen daar zelf zo veel mogelijk aan bij te dragen. Geen haar op mijn hoofd dacht er echter aan dat de school hier ook een rol in speelde, totdat een oude juf ons er dit weekend op wees.

Vanochtend coachte én vlagde ik bij het voetbal van mijn zoon. Zijn teammaatje stortte, na een botsing,  kermend ineen. Mijn eerste gedachte was ‘Hop, niet zeuren, opstaan!’ Nog voor ik een idee had wat hem mankeerde.

Logisch. Zo ben ik. Niet van dat gepiep. En al helemaal niet bij mezelf. Vind ik m’n werk saai? Ik neem ontslag. Maken de buren te veel lawaai? Ik doe oordoppen in. Maak ik het ergste mee dat een broer kan mee maken? Ik schrijf er een boek over.

Zoals jullie misschien weten, volg ik de opleiding ‘Professionele Communicatie’ bij Phoenix Opleidingen. Vrijdag hadden we het over onze leerdoelen. Waar zit, mijn geschiedenis en de patronen die ik daarin heb opgedaan indachtig, mijn groei?

Ik wist het, net als de rest, niet zo goed. Dat ik patronen had gevonden vond ik al heel wat. En dat ik daarin wat te doen had, begreep ik.  De gewoontes die ik me heb aangeleerd zijn er niet voor niets, ze beschermen me vaak, maar ze kunnen ook in de weg zitten. 

De gewoontes die ik me heb aangeleerd zijn er niet voor niets

Zo heb ik de neiging om in conflictsituaties letterlijk het omgekeerde te zeggen van wat ik eigenlijk wil. Dat wijst in de richting van mijn vader, die in mijn herinnering – voor wat die waard is – tegenspraak van de kleine bijdehandte Nathan slecht kon hebben.

Maar waar zat mijn leerdoel? Wat was, in Phoenix-termen, de ‘polariteit’ waarvan ik het midden moest opzoeken? Docente A. keek op van de aantekeningen, die ze bij het door mijn opgeschreven levensverhaal had gemaakt. En zei: ‘Dader. Slachtoffer. Kauw daar maar eens even op.’

Die had ik niet zien aankomen. En ik kauwde er op. Slachtoffer. Dader. Zou die tegenstelling mijn uitdaging zijn? Zou daar het werk zitten?

Het kwartje viel verbijsterend snel. Inderdaad: nooit wilde ik slachtoffer zijn. Nooit de zwakke. Nooit de hulpvrager. Niet klagen. Ik niet. En ook bij anderen (dochter, teamgenootje zoon) kwam het concept slachtofferschap niet bij me op.

Dader? Ja graag. Laat mij de wereld maar redden. Wees jij zwak, dan ben ik sterk.  En wil jij in de slachtofferrol? Prima, maar dan neem ik je niet serieus. Altijd in de actiestand, altijd een antwoord klaar. Ook nu:  ik tik dit omdat ik denk dat jij er wat aan kan hebben.

Wees jij zwak, dan ben ik sterk

Over het waarom ga ik hier niet over uitweiden, maar ik kan je verzekeren dat dit patroon al voor mijn geboorte is begonnen. De mate waarin mijn ouders slachtoffer waren en hoe zij daar mee omgingen. Ik voel nu, ook omdat A. de polariteit meteen toepaste in een therapeutische opstelling, hoe dat in mij doorwerkt en ik ben blij dat ik het nu wat helderder heb.

Wat? Nou, dat ik best meer slachtoffer mag zijn en minder dader. En dat heeft weinig te maken met zielig doen, maar alles te maken met het doorleven wat me overkomt. Accepteren dát shit mij en anderen overkomt en dat ik er niets aan kan en hoef te doen. Anderen het zelf laten oplossen – of het niet helemaal niet laten oplossen.

Maar ook: mijn emoties de ruimte geven en daarin duidelijk zijn. Geen pantser meer. Dan ben ik maar zielig, dan heb ik maar hulp nodig, dan ben ik maar even zwak. En dan zie ik wel wat het me oplevert, maar ik hoop: meer verbinding, en daarmee vanzelf meer autonomie.

Wat een bevrijdend inzicht.  Maar wat heb ik nog een werk te doen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Maak een website of blog op WordPress.com

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: