Man en marmot

Speech voor congres ‘Suïcidaliteit in de GGZ’ 29-02-2024

Midden januari debuteerde ik op het podium van Paradiso in Amsterdam. In zekere zin geslaagd, al was ik slechts een van de 25 leden van het koor Beatles op Maandag, in een van de zestig optredende koren dat weekend, en moest ik de onnavolgbare tekst van Come Together van het spiekbriefje op de rug van een andere bas aflezen. 

Ik kwam ook een paar andere koren bekijken. En ik bedacht: ieder koor is therapeutisch. Bij het Prismakoor, waarbij de zangers bij het nummer ‘Lekker Mayonaise’ fysiek werden ondersteund door een ambulant begeleider, lag die regel vol in het zicht. Zeg maar score 90. Maar ook bij het harmonieus gevorderde koor Volkoor’n zag ik dat ze elkaar voor meer nodig hadden dan voor harmony alleen. Score 30. Mijn Beatles-koor, met de helft gepensioneerden: score 50. 

Wat me verder opviel: specialistische koren zoals dat van mij, waar muzieknerds op leeftijd ongevraagd Liverpoolse feiten opdissen – ‘wist je dat Paul z’n basgitaar is teruggevonden?’ – tellen best wat mannen. Voor een deel het type dat het beter wil doen, dat zingen onder de knie wil krijgen. Maar bij de grote amateurkoren, iedereen welkom en met lage vocale instap, zag ik vooral vrouwen. De paar mannen waren door de dirigent in het midden opgesteld, zodat de bassen en tenoren te horen waren in het alten – en sopranengeweld. 

Ik zing pas sinds een ruim jaar, en het brengt me wat ik zocht. Want zingen, vooral samen, is raken en geraakt worden. Samen zingen brengt wat de meeste mannen als de grote 3 bij mij als coach zoeken. 1. Groei, want je wordt er beter in. 2. Vrijheid, je neemt met je stem je plek in de wereld in en 3. Betekenis, want je hebt elkaar nodig, maar ook als het zingen een statement van nood of juist van hoop wordt. Niet voor niets dat we al duizenden jaren zingen, daar bij het vuur, waar we ons veilig weten. 

In een koor zingen is ook uit je comfortzone stappen, want je moet toch iets leren. De melodie in je eigen partij, de tekst, op de maat of juist ertussenin. Syncopisch heet dat, leerde ik laatst. En als het niet goed is, moet je nog een keer of heb je dikke pech. Dus ook zo raken en geraakt kunnen worden. We kunnen wel stellen dat zingen een tastbare uiting van kwetsbaarheid is. Ook wel: het geven en ontvangen van liefde. 

Het zette me daarom aan het denken dat ik op die januarizaterdag zo weinig zingende mannen zag, nog los van het feit dat minstens de helft daar sowieso een vrouwenkoor was. Waar waren al die mannen die wilden raken en geraakt worden? In dit warme bad van hartelijke, goudeerlijke, soms niet even toonvaste, lieverds waarmee Paradiso een manifestatie tegen eenzaamheid werd? 

Iets tegenovergestelds. Misschien heeft u recent de documentaire op Netflix over de influencer Andrew Tate gezien, of over hem gehoord. Tate spreekt miljoenen mannen, vooral jonge, aan met de boodschap dat vrouwen een bedreiging zijn, en onder de duim moeten worden gehouden. Mannen mogen vrouwen slaan, vrouwen zijn medeverantwoordelijk voor hun verkrachting, mannen mogen geen homo zijn en echte mannen houden niet van hun vrouw. Vooral: mannen mogen geen emoties tonen. 

Mannen die in eenzaamheid verkeren, kunnen in zo’n verhaal gaan geloven. ‘Ik moet krachtig zijn, ik mag geen angst tonen, wat anders hebben ze me te pakken’. Tate poetst zo stokoude, improductieve concepten over het man-zijn op en plakt ze als een Hello Kitty kinderpleister op diepe wonden die mannen te genezen hebben. En het lijkt een trend: recente internationale cijfers laten zien dat in de leeftijdsgroep 20-30 vrouwen steeds progressiever worden, en mannen juist conservatiever. 

Andrew Tate is niet de enige die mannen bang maakt en zichzelf als redder presenteert. Allerlei zelfbenoemde leiders ontdekten hoe lucratief dit is. Ook in Nederland. Wat je politieke voorkeur ook is, het moge duidelijk zijn dat partijen die inspelen op primaire angsten – ‘de elite, de buitenlanders, de vrouwen, zijn het gevaar ‘- het goed doen, zeker nu ze hun eigen massamedia zijn. En net zoals een dating-app er geen belang bij heeft dat u snel de partner van uw dromen vindt, wil de angstzaaier u graag bang houden. 

In termen van polariteiten verkoopt angst natuurlijk veel beter dan zijn tegenpool, het fenomeen liefde. We treffen angst en liefde beide overal aan, maar liefde geeft geen richting. Liefde geeft -lees de bijbel of John Lennon er op na – geen grenzen aan. Liefde kent geen minimum of maximum. Dat zijn wel allemaal nuttige angstbewegingen, waarmee we controle hopen te krijgen.

Angst is er nu eenmaal, en we hebben het nodig, of we nou man of marmot zijn, om vooruit te kunnen leven, om te kunnen besluiten, om onze grenzen te stellen. En daar waar angst en liefde elkaar ontmoeten, of willen en moeten elkaar ontmoeten, daar begint creatie. Van een kettinkje tot een piramide, tot dat ene moment dat u op die ander afstapte, want u wist: ‘nu moet ik het zeggen.’ Daarom kijken we zo graag naar huwelijksaanzoeken! Angst en liefde, het is de grote polariteit van ons bestaan.

Ik zie liefde als rivier en angst als de oever. Stromen binnen de grenzen. De een kan niet zonder de ander, en daar waar de rivier op z’n hoogst is, of de oever het laagst, waar angst en liefde gedurig van plek wisselen, daar bloeit het.

Het probleem is dat mannen, het zijn meestal mannen, als Tate, Trump, Netanyahu en Poetin, en hun Nederlandse stemmentrekkende secondanten, maar ook een systeem als het moderne kapitalisme, onze angsten veel te veel aanwakkeren. We worden banger gemaakt dan nodig is, dus de polariteit raakt uit balans, en dat gaat alleen maar harder als we niet in verbinding zijn met de ander. Als er niet evenveel liefde als angst wordt uitgewisseld. Want in eenzaamheid kan angst vrij spel krijgen. 

En angst is, zo weet ook Andrew Tate, en dat maakt zijn werk zo kwalijk, de belangrijkste voedingsbodem voor woede. Woede naar de ander, zie al die oorlogen van het moment, of woede naar jezelf. Zie de zelfdodingen, met name onder mannen van middelbare leeftijd. 

In Nederland vinden we de stemmers op angstzaaiers vooral in groepen die, aldus politicologen, praktisch zijn opgeleid, zich zorgen maken hun financiële situatie, wiens gezondheid soms niet al te best is en die geen migratieachtergrond hebben. Kortom: mensen die meer te vrezen hebben dan een hoogopgeleide, kapitaalkrachtiger, gezonde en cultureel breed ontwikkelde landgenoot. 

De kans is groot dat we in die groepen van angst-stemmers ook de mannen met een hoger risico op suïcide vinden. Mannen die angst hebben dat het weinige dat ze hebben, ook nog eens van ze wordt afgepakt. Mannen zonder werk en/of, maar vaker en, zonder relatie. Al dan niet in beeld bij jullie, de GGZ. En als ze van middelbare leeftijd zijn, mannen die de rekening hebben opgemaakt en bij wie dat erg tegenviel. De cijfers van 113, net gepresenteerd, spreken in zekere zin voor zich. 

Maar zoals liefde meer liefde oplevert, levert angst meer angst op. En meer eenzaamheid. En meer woede. Dus dat moeten we anders doen. 

Want we weten, u heeft het net gehoord, dat eenzaamheid in zekere zin de belangrijkste moordenaar van mannen is. Eenzaamheid: dat is niet geraakt worden en niet raken. Eenzaamheid en woede is samen een gif. 

Ik ben een kleine negen jaar geleden mijn broer David verloren aan zelfdoding verloren en nog meer dan het feit dat hij er niet meer is, raakt het mij dat hij die laatste maanden zo eenzaam moet zijn geweest. Misschien een zelfopgelegde eenzaamheid, omdat hij uit schaamte niet kon delen dat hij het niet meer kon of wist. Schaamte, de angst om gezien te worden, en eenzaamheid: ze versterken en bevestigen elkaar, en zijn samen ook een destructieve combinatie. Als een soort negatieve Lennon en McCartney. 

Ik had het graag eerder geweten, maar David is er niet meer en sindsdien maak ik me, schrijvend, sprekend en vooral luisterend, zorgen over mannen, schaamte, eenzaamheid en woede. En zo sta ik hier ook bij jullie, om jullie te vragen om nog meer met liefde te handelen, de enige remedie tegen angst. 

Benader de man in nood dus vanuit liefde, niet vanuit angst. Schep nieuwe permissies bij hem, nodig alle gevoelens en noties die er in hem spelen als raadgever uit. Vraag niet: hoe moet jij veranderen? Maar ga samen houden van de verandering waar de man ongewild terecht in is gekomen, want daarom spreken jullie elkaar, en waarvan hij de juiste vruchten heeft te plukken. 

Maar hoe werkt dit als je niet achter de voordeur komt? Ik heb geen snel antwoord. Het bereiken van de man die niet bereikt wil worden is de grote vraag, tevens bestaansrecht van mijn stichting Man O Man. Toch wil ik niet met lege handen weg. 

Cruciaal is dat we die man laten ervaren dat meer angst hem niet helpt, maar meer liefde wel. Dus zou ik graag zien dat iedereen in de GGZ bij zichzelf checkt hoe het zit met de polariteit liefde en angst. Wellicht kunt u het nog meer bij uzelf laten stromen, daar waar het nu stokt, al dan niet zingend in een koor, en zo het goede voorbeeld geven. Durf zelf te raken, durf geraakt te worden. Daar waar liefde en angst elkaar ontmoeten, that’s the crack where the light comes in

Een tweede wens, inhakend op mijn koor-ervaring: communiceer met de man in zijn comfortzone. Dus biedt hem iets te winnen, nodig hem uit waar hij slimmer is dan anderen, of waar hij zijn vaardigheden kan uiten. Laat hem voorzichtig over de slotgracht tussen liefde en angst komen. Vaak is dat ook de plek waar het willen het moeten ontmoet. Waar iemand het stapje waagt. 

Ten derde: breng die man daarbij aan zijn verstand, en dat woord gebruik ik niet voor niets, dat de mens niet gemaakt is om het alleen te doen. Hoe graag een man het ook kan alleen wil kunnen, wij zoogdieren, mens of marmot, zijn er niet voor geschapen. Het is juist onze essentie om aangeraakt te willen worden. 

Twee weken geleden maakte ik, in de Vrijburg-kerk in Amsterdam-Zuid, voor het eerst Het Lied Van De Ziel mee: met z’n allen mantra’s zingen. Eenvoudige, de ziel voedende woorden, een voorspelbare melodie en dat eindeloos herhaald, een stuk makkelijker dan The Beatles, geen spiekbriefje nodig. De een raakte in trance, de ander in ontroering, en ik deed maar wat,. Natuurlijk waren de vrouwen in overtal. Maar dat maakte niks uit. Ook wij mannen, links vooraan, hadden de meeste van onze angsten bij de garderobe opgehangen. 

Bij de laatste mantra merkte ik toch nog schaamte. De man naast me en ik zaten nog, als enigen. Durfde ik te gaan staan? Was ik wel geraakt genoeg? Tegelijk stonden hij en ik op. We voelden: overgave is overwinning. Soms moet je even extra raken, om geraakt te kunnen worden. Ik wens u veel succes daarmee.     

2 gedachten over “Man en marmot

Voeg uw reactie toe

  1. Prachtig stuk. “Het bereik je een man die niet bereikt wil worden? “
    Vanuit eigen ervaring wil ik een poging doen :

    Als ik diep zit , en dat is geregeld de laatste tijd, doe ik niets liever dan hierover te delen. De crux zit em erin dat ik wil delen, zónder dat direct te hoeven verklaren, noch diepgaand te analyseren. In een ontspannen sfeer.

    Ofwel een therapeut of coach die ruimte laat hiervoor, en niet een die ‘de deur naar mijn gevoelsleven’ open wil forceren. En daar zit de crux, vooral bij mannen, waaronder ikzelf, die pottdicht zitten.
    In mijn ervaring, hadden bijna alle vrouwelijke therapeuten er een handje van te lopen hengelen naar mijn gevoelsleven. zodra ik iets kwetsbaars deelde, doken ze er bijna letterlijk op alsof ze beet hadden. Contraproductief dames !
    Mannen zijn net zo gevoelig voor druk om iets te moeten, als vrouwen. Vooral gekwetste mannen.

    Bij deze dus mijn tip voor vrouwen die mannen begeleiden :

    – Wees niet gefixeerd op het concept van ‘verbinding’, wat alleen maar contraproductief werkt. In mijn ervaring met vrouwelijke therapeuten ging het vaak daarover.
    Laat je tegenoverdracht daarin dus thuis.
    – geef ruimte, en respecteer hem 100% in de vorm en het tempo van hoe hij deelt.
    – Ga hem ajb ook niet complementeren op dat je verbinding met hem voelt. Dat is jouw behoefte (!) en zegt niks over wat goed is voor zijn helingsproces.
    – Wees zelf ontspannen, nodig uit, help hem te begrijpen, kijk er samen met hem van een afstandje naar. Dat voelen komt tzt wel. no rush…

    Zodat de man langzaam zijn maskers kan afzetten, met zijn zwaarte, en van daaruit gewoon welkom is. Grote kans dat hij je gaat vertrouwen, en geen druk voelt om zichzelf te laten zien.
    Eigenlijk vergt dat meer niets-doen van een coach of therapeut dan iets-doen !

    Succes en dank !
    Namens mijzelf en andere struggelende mannen

Plaats een reactie

Maak een website of blog op WordPress.com

Omhoog ↑