‘Praat voordat je gaat’. Dat is de boodschap die Ad Kerkhof, hoogleraar klinische psychologie, psychopathologie en suïcidepreventie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, vooral wil meegeven. ‘Mannen krijgen op een gegeven leeftijd de rekening gepresenteerd van niet over gevoelens praten, van helemaal niet praten’.
En als het een keer misgaat, dan wordt dan effect ook nog eens versterkt: want een depressieve man zal zich dan doorgaans naar binnen keren. Gaan drinken, is het cliché. Terwijl een vrouw, althans veel vrouwen, dan juist gaan praten.
Kerkhof: ‘Een man praat ook niet met zichzelf. Hij kan eindeloos piekeren, maar stelt zich niet de vraag hoe hij zich voelt, en wat dat betekent. Hij wil niet toegeven dat hij gedachtes en gevoelens heeft, zal daarvan weg proberen te kijken en zal proberen het te stoppen’.
De glazen muur
Maar dan, wees gewaarschuwd, zullen die gedachtes en gevoelens – Kerkhof maakt in zijn werk geen verschil tussen die twee – alleen maar harder terugkomen. En als dat lang genoeg duurt, ga je misschien piekeren over zelfdoding. En krijg je er beelden bij. Een gevaarlijke vicieuze cirkel. Je gaat denken dat je anderen tot last bent, dat ze blij zullen zijn dat je dood bent. Je voelt je koud en kil. ‘Het lijkt alsof er tussen jou en je geliefden een glazen muur is komen te staan. Je voelt ze niet meer en dat is letterlijk zó pijnlijk,’ vertelt de hoogleraar, die naast zijn wetenschappelijk werk als psychotherapeut ook depressieven en suïcidaal- depressieven behandelt.
Gevangen in een val
Risicogroepen, naast mannen tussen de veertig en zestig, zijn met name adolescenten met ernstige psychische problemen en een daarmee samenhangende hulpvraag en ouderen die aan ernstige eenzaamheid en lichamelijk verval, of de angst voor beiden, lijden. Maar waarom met name ‘gewone’ mannen risico lopen, heeft te maken met wat we vroeger de midlifecrisis noemden. Het besef – ik noem het een waanidee – dat ze niet meer zoveel kunnen verwachten, dat de nederlaag onomkeerbaar is. De concurrent – de andere man, de rest, de maatschappij – heeft gewonnen. Er is geen uitweg meer. ‘Verslagen door het leven’ zoals Kerkhofs Britse collega Mark Williams het noemt. Ik zoek het op.
(…) Suïcidaal gedrag is een antwoord op het gevoel je verslagen bent, in combinatie met het gevoel niet in staat te zijn aan de gevolgen van die nederlaag te ontsnappen. Zoals bij een dier in een val wordt de bevrijdingsstrijd gevolgd door (gevoelens van – NV) verslagenheid en hopeloosheid.
Ga mee in de waan
Wat te doen, vooropgesteld dat het zo makkelijk nog niet is om een man aan het praten te krijgen? Ad Kerkhof adviseert: ‘Je moet in zijn waan gaan zitten. Dáár de verbinding maken. Je moet vragen: je vindt jezelf niet de moeite waard? Ik vind jou wel de moeite waard. Ik ben je broer en ik hou van je. En wat je nu denkt is echt absolute onzin. Zullen we anderen vragen of jij de moeite waard bent?’ Oftewel: hem aan z’n verstand brengen dat hij niet zichzelf is, dat zijn gedachtes niet juist zijn, niet kloppen.
Misbakseltest
In zijn praktijk doet Ad Kerkhof regelmatig een ‘realiteitstest’ bij cliënten die zichzelf een totaal ‘misbaksel’, of een nul voelen of vinden dat ze totaal gefaald hebben. Vragen die hij dan stelt zijn: ‘Hoeveel procent van jouw capaciteiten zijn wél goed uit het bakproces gekomen? Kun je lezen en schrijven, kun je voelen en denken, kun je liefhebben? Hoe veel van de dingen die je geprobeerd hebt zijn wel gelukt? Heb je je rijbewijs gehaald? Een partner gevonden? Een baan gevonden? Dan kun je toch nooit een totale mislukking zijn? Misschien ben je maar voor 50% mislukt, misschien maar voor 20%, wie zal het zeggen? In hoeverre heb je nu voor 100% echt gefaald? Hoeveel ging er goed en hoeveel ging er fout? Hoeveel heb je bereikt?’
Bij veel depressieven is het óf helemaal goed, óf helemaal slecht. En zo is het natuurlijk allebei niet. Niemand is een totaal misbaksel, wil Kerkhof maar zeggen. Mij lijkt het een nuttige test.
Hoera, mislukt
Ik vraag Ad ook nog of overlevers van zelfdodingspogingen blij zijn dat het niet gelukt is. ‘Heel blij, op een enkeling na. Ook de mensen die zijn tegengehouden waren op dat moment vaak woedend, maar een paar maanden later zien ze ook in dat ze op dat moment niet zichzelf waren en zijn ze dankbaar dat ze leven’.
Uit zijn onderzoek onder suïcidepoging-overlevers blijkt dat ook. 78% gaf als reden: ‘De situatie was zo ondraaglijk dat ik niets anders wist te doen’ en 55% gaf (ook) als reden: ‘Mijn gedachten waren zo vreselijk dat ik van die gedachten af wilde zijn’. Nog geen kwart wilde dus echt dood. Een grote meerderheid wilde iets, maar dit niet en meer dan de helft wilde letterlijk van het gepieker af.
Geef een reactie